Aanhorigheid of niet: belangrijk voor overdrachtsbelasting

Hoe hoger het tariefverschil tussen eigen woning en andere aan de heffing van overdrachtsbelasting (OVB) onderworpen zaken, hoe belangrijker de vraag of een gebouw een aanhorigheid is. Wat moet u hier nu over weten?

Wat wordt er onder aanhorigheid verstaan?

Onder een aanhorigheid verstaan we een object dat hoort bij een (on)gebouwd eigendom, doorgaans een woning. Hierbij moet u (vooral) denken aan schuren of garages. Over de waarde van een aanhorigheid betaalt u bij koop het overdrachtsbelastingtarief dat u ook betaalt voor de woning in kwestie. Dat kan dus ook slechts 2% zijn. Wat nu precies onder een aanhorigheid moet worden verstaan, is dus fiscaal van groot belang. Deze vraag speelde in een recente zaak (over een jaar toen het algemene tarief nog 6% was) bij Rechtbank Noord-Nederland. Sindsdien is het belang van deze vraag alleen nog maar groter geworden.

Casus: woning met schuur

Twee mensen kochten samen (in één koop) een woning met aangebouwde schuur en een bijschuur. In een deel van deze aangebouwde schuur was een inpandige aanbouw gerealiseerd voor een slaapkamer en een badkamer. Er rees vervolgens verschil van mening over de vraag wat als de woning aangemerkt diende te worden (tarief voor de overdrachtsbelasting 2%) of dat deze schuren aan het normale tarief van (toen nog) 6% in de heffing betrokken moesten worden.

Let op:
Deze vraag is nu nog belangrijker dan toen, nu het standaardtarief in de overdrachtsbelasting is verhoogd naar 8%.

Volgens de belanghebbenden vormde de hele aankoop een woning. De schuren gebruikte men (onder meer) als opslagruimte en misschien stond er ook wel een pingpongtafel. Kortom: het feitelijk gebruik viel onder de noemer wonen en dat rechtvaardigde het eigenwoningtarief van 2%.

woning-met-schuur

Standpunt fiscus

Volgens de fiscus maakten de beide schuren geen deel uit van de woning, maar waren het gebouwen die te bestempelen waren als (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen. Bovendien was een van de schuren dusdanig groot, dat deze niet ondergeschikt kon zijn aan de woning.

Oordeel rechter

Rechtbank Noord-Nederland was het eens met het standpunt van de fiscus, waarbij het opvallend was dat er veel waarde werd toegekend aan het feit dat de oorspronkelijke bestemming van de schuren die van agrarische bedrijfsgebouwen was. Minder (of eigenlijk geen) waarde werd gehecht aan het feit dat de schuren niet meer voor hun oorspronkelijke (bedrijfs)doel gebruikt konden worden en aan het feit dat de aangebouwde schuur vanuit de woning bereikbaar was, zodat deze in feite daarmee één geheel vormde.

Wat is hier nu dus belangrijk?

Het belang van de vraag woning of niet is voor de overdrachtsbelasting erg groot. Koopt u (al dan niet in één koop) meerdere gebouwen, dan moet u zich dus goed afvragen of alles wel tot de woning behoort. De oorspronkelijke bestemming is daarbij van groot belang, gebruik en toegang volgens deze uitspraak wat minder. Het belang is (8% -/- 2%) 6% van de waarde van het object. Dat scheelt dus een forse fiscale slok op een borrel!

Het tarief voor de overdrachtsbelasting over de verkrijging van een eigen woning bedraagt nu (2021) 2%. Onder een woning worden mede begrepen aanhorigheden die tot de woning behoren of gaan behoren. Probeer een taxatie als aanhorigheid te krijgen: het belang is (8% -/- 2%) 6% van de waarde van het object.

Wilt u meer informatie of een vrijblijvend gesprek inplannen? Maak hier uw afspraak!