De twee tariefschijven in de loon- en inkomstenbelasting zijn 37,10% en 49,5%. De tweede schijf begint bij een inkomen vanaf € 68.507. Tussen 2022 en 2024 wordt het tarief in de eerste schijf verder verlaagd tot uiteindelijk 37,03%.
Gewijzigde heffingskortingen
De belangrijkste heffingskortingen zijn verhoogd. Zo is de maximale algemene heffingskorting verhoogd van € 2.711 in 2020 naar € 2.837 in 2021. Vanaf een inkomen van € 21.043 wordt deze heffingskorting afgebouwd met 5,977%. Daardoor heeft u vanaf een inkomen van € 68.507 geen algemene heffingskorting meer. De maximum arbeidskorting is van € 3.819 in 2020 naar € 4.205 in 2021 gegaan. Ook de arbeidskorting wordt met 6% afgebouwd naar mate uw inkomen stijgt. De afbouw begint bij een arbeidsinkomen (winst, loon of resultaat uit overige werkzaamheden) van € 35.652. De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is verlaagd naar € 2.815 (in 2020: € 2.881). De IACK wordt met 11,45% opgebouwd vanaf een arbeidsinkomen van € 5.153. De maximale ouderenkorting is verhoogd van € 1.622 in 2020 naar € 1.703 in 2021. Vanaf een verzamelinkomen van € 37.970 wordt deze korting met 15% afgebouwd.
Uitbetaling algemene heffingskorting aan partner zonder inkomen verlaagd
Sinds 2009 wordt de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de partner zonder inkomen geleidelijk in 15 jaar met 6,67% per jaar afgebouwd tot nul. Dit betekent dat er in 2021 ten hoogste 13,33% van de algemene heffingskorting wordt uitbetaald aan de partner. Eind 2023 is de zogenoemde ‘aanrechtsubsidie’ geheel afgeschaft.
Let op
De afbouw geldt niet voor de partner die vóór 1963 is geboren.