De zelfstandigenaftrek (in 2021 maximaal € 6.670) wordt verder en sneller afgebouwd dan eerder was bepaald. De afbouw vindt nu plaats met stappen van € 360 per jaar tot en met 2027 en met € 390 in 2028. Daarna daalt de aftrek met € 110 per jaar, zodat de aftrek uiteindelijk in 2036 nog maximaal € 3.240 bedraagt.
U komt in beginsel voor deze aftrek in aanmerking als u:
- jonger bent dan de AOW-gerechtigde leeftijd én
- tenminste 1.225 uren én
- 50% van uw totale arbeidstijd aan werkzaamheden voor uw onderneming besteedt.
Heeft u aan het begin van het kalenderjaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en voldoet u aan het urencriterium, dan heeft u recht op 50% van de aftrek.
Tip
Om in aanmerking te komen voor de zelfstandigenaftrek moet u aannemelijk kunnen maken dat u aan het urencriterium heeft voldaan. Zorg dus dat u een urenspecificatie bijhoudt van uw werkzaamheden voor uw onderneming. De rechter heeft al meerdere keren een achteraf (bijvoorbeeld aan de hand van een agenda) opgemaakte urenspecificatie afgewezen. Regelmatig bijhouden is dus beter.
Minder kostenaftrek
De ondernemersaftrek wordt in 2021 verder beperkt als uw inkomen in de hoogste belastingschijf wordt belast. Tot de ondernemersaftrek worden gerekend: de zelfstandigenaftrek, de aftrek speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, de stakingsaftrek, de mkb-winstvrijstelling en de tbs-vrijstelling. Al deze aftrekposten zijn nu nog maar aftrekbaar tegen 43%. In 2019 was dat nog 51,75%! Jaarlijks vermindert de aftrek met 3%, totdat in 2023 al deze aftrekposten nog slechts aftrekbaar zijn tegen het tarief van de eerste schijf van 37,05%.